Groep 8 schoolkeuze


Voortgezet onderwijs

 
Onderwerpen:
  1. VMBO: sectoren en afdelingen
  2. HAVO: profielen, studielast
  3. VWO:  profielen, studielast
  4. Adviesfactoren
  5. Internetadressen algemeen
  6. Internetadressen scholen in de regio


VMBO

Rond de 60% van alle leerlingen in groep 8 gaat ernaartoe. VMBO is de afkorting voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het is in 1999 ingevoerd. Het vmbo vervangt het VBO en het MAVO. Het doel van het VMBO is om leerlingen goed voor te bereiden op het middelbaar beroeps-onderwijs (MBO).

De leerwegen

Het VMBO houdt rekening met deze verschillen tussen kinderen en biedt vier leerwegen aan:

De Theoretische Leerweg lijkt op het vroegere mavo. Aan het einde van het derde leerjaar kiest de leerling zijn definitieve vakkenpakket bij een sector. Leerlingen hebben dus drie jaar de tijd om een goede keuze te maken. De theoretische leerweg sluit aan op de twee hoogste niveaus van een vervolgopleiding in het MBO.

Het is ook mogelijk om via deze leerweg door te stromen naar HAVO-4.
De Gemengde Leerweg ligt dicht tegen de theoretische leerweg aan, maar bevat één beroepsgericht vak. Beroepsgerichte vakken zijn bijvoorbeeld de programma's verzorging, elektrotechniek of administratie. De keuze voor een sector vindt meestal plaats aan het einde van het tweede leerjaar. Ook de gemengde leerweg leidt op voor een vervolgopleiding in het mbo op de hoogste twee niveaus. De leerlingen in de gemengde leerweg hebben weinig moeite met leren en houden ook van "dingen doen".

Kinderen die graag dingen doen en met de handen werken, voelen zich goed thuis in de Kaderberoepsgerichte Leerweg. Deze leerweg is de opvolger van het vroegere VBO (C-niveau). Na de basisvorming aan het einde van het tweede leerjaar, kiest de leerling een leerweg, de sector en de afdeling. Ook de kaderberoepsgerichte leerweg sluit aan op de hogere niveaus van het MBO.

De Basisberoepsgerichte Leerweg sluit aan op de twee lagere niveaus van het MBO: niveau 1 en 2. Soms sluit een leerling deze leerweg af zonder diploma. Hij of zij kan dan een getuigschrift krijgen. Daarin staat welke vakken voldoende zijn afgesloten. Met zo'n getuigschrift kan de leerling nog verder leren op niveau 1 van het MBO (assistentenopleidingen). Voor leerlingen die een examen met vier algemene vakken te moeilijk vinden, is er het leerwerktraject. Een groot deel van de lestijd besteedt de leerling dan aan een stage in een bedrijf. En zo kan deze leerweg ook met een diploma worden afgesloten. De opleiding kan worden voortgezet op niveau 1 van het MBO.​


Sectoren & Afdelingen
De Basisberoepsgerichte Leerweg sluit aan op de twee lagere niveaus van het MBO: niveau 1 en 2. Soms sluit een leerling deze leerweg af zonder diploma. Hij of zij kan dan een getuigschrift krijgen. Daarin staat welke vakken voldoende zijn afgesloten. Met zo'n getuigschrift kan de leerling nog verder leren op niveau 1 van het MBO (assistentenopleidingen). Voor leerlingen die een examen met vier algemene vakken te moeilijk vinden, is er het leerwerktraject. Een groot deel van de lestijd besteedt de leerling dan aan een stage in een bedrijf. En zo kan deze leerweg ook met een diploma worden afgesloten. De opleiding kan worden voortgezet op niveau 1 van het MBO.​

Sector: Afdeling:
Sector Landbouw: Landbouw en natuurlijke omgeving
Sector Zorg en welzijn:
 
Verzorging
Uiterlijke verzorging
Sector Techniek:
 
 
 
 
 
 
Grafische techniek
Elektrotechniek
Bouwtechniek
Installatietechniek
Metaaltechniek
Transport en logistiek
Voertuigentechniek
Sector Economie:
 
 
 
Administratie
Consumptief
Handel en verkoop
Mode en commercie

HAVO

HAVO betekent: hoger algemeen voortgezet onderwijs. Dit onderwijs is zwaarder dan de theoretische leerweg van het VMBO, maar toch niet zo moeilijk als het VWO: het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. De basisvorming duurt op het HAVO meestal drie jaar. HAVO-leerlingen kunnen kiezen uit een enorme hoeveelheid HBO-opleidingen. Om ze daar met succes doorheen te loodsen, is men enkele jaren geleden begonnen met een vernieuwing van de bovenbouw (klas 4 en 5) van het HAVO (en VWO). Die bovenbouw van klas 4 en 5 heet tegenwoordig: tweede fase. Het gaat daarbij om twee grote vernieuwingen:

1: Er zijn vier profielen ingevoerd. De leerlingen kiezen aan het einde van de derde klas voor één profiel.
2: De ontwikkeling van het studiehuis. De leerling wordt in het studiehuis veel meer verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Actief en zelfstandig leren staan hierbij centraal.

VWO

VWO betekent: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het VWO bereidt dus voor op de universiteit: het wetenschappelijk onderwijs. Maar een leerling met een VWO-diploma kan ook kiezen voor het HBO. Het kan lastig zijn om te bepalen of uw kind geschikt is voor HAVO of voor VWO. In het VWO zitten vaak kinderen die alles willen weten, veel onderzoeken, veel vragen stellen. Ze hebben echt een goede studiehouding. Het moeilijke is dat sommige kinderen die studiehouding pas later ontwikkelen. Soms is een brugklas met HAVO- en VWO-leerlingen door elkaar de oplossing om de keuze wat uit te stellen.

Net als in het HAVO is de bovenbouw van het VWO vernieuwd: de tweede fase met vier profielen en het studiehuis Actief en zelfstandig leren: daar gaat het om. Ook hier is het doel van de onderwijsvernieuwing om het VWO beter te laten aansluiten op het wetenschappelijk onderwijs.

Het VWO kent twee varianten:
- Het Atheneum (Latijn kan als keuzevak worden gegeven)
- Het Gymnasium (Grieks en Latijn als extra vakken)
 

Profielen
Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Tenslotte is er een vrij deel. De vrije ruimte kan worden gebruikt om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot de mogelijkheden van leerlingen om door te stromen naar het hoger onderwijs.

Cultuur en Maatschappij: hulpverlening, toneel, leraar, kunst, vertalen, artistiek talent, creativiteit, reclamefoto, welzijn, opvoeding, animatiefilm.

Economie en maatschappij: administratie, besturen, geld, advies, boekhouding, handel, bankzaken, klantgericht handelen, management,dienstverlening, verzekeringen, hotel en bedrijf.

Natuur en techniek: cijfers, machines, elektronica, computers, techniek, voertuigen, chemie, landbouw, milieubescherming, onderzoeken, laboratorium, adviseren.

Natuur en gezondheid: ziekenzorg, therapie, milieuzorg, bosbouw, plantenteelt, voeding, natuurbeheer, dieren, laboratorium, gezondheidszorg, mensen.

Studielast
De hoeveelheid werk voor de leerlingen wordt uitgedrukt met het begrip 'studielast'. Met studielast wordt bedoeld de hoeveelheid tijd die de gemiddelde leerling nodig heeft om zich een bepaalde hoeveelheid leerstof eigen te maken. Het gaat niet alleen om het volgen van de lessen op school, maar ook om de voorbereiding daarvan thuis. Werkstukken schrijven, boeken lezen, een mediatheekgebruiken en deelnemen aan excursies horen ook bij de studielast.

De studielast is gebaseerd op de volgende rekensom: een leerling besteedt gedurende 40 weken per jaar 40 uur per week aan zijn of haar opleiding. Dat komt neer op een studielast van 1600 uur per jaar. De studielast voor de tweede fase van het HAVO is dus 3200 uur (verspreid over twee jaren) en voor het VWO 4800 uur (verspreid over drie jaren).

In de keuze voor het niveau vmbo, havo of vwo bent u niet helemaal vrij. U bent afhankelijk van: 

Wanneer het type onderwijs eenmaal is bepaald, kunt u vrij zoeken naar een school waar dat onderwijs wordt gegeven.

 

Algemene adressen:
www.onderwijsinspectie.nl
Inspectie-gegevens over scholen
www.svb.nl
Informatie over kinderbijslag
www.minocw.nl
Publieksvoorlichting ministerie onderwijs
www.nibud.nl Budgetvoorlichting
VO gids: website met algemene en regionale informatie
Scholenlijsten
Scholen in de regio
www.mencia.nl/         
www.vancoothbreda.nl (vmbo en vmbo+)
www.graafengelbrecht.nl  (atheneum, havo, mavo)
www.derotondebreda.nl (vmbo met lwoo)